Deel dit artikel:

Grinta! ABUS 100 Ride: verjaardagstaart in de zon

Herr Abus richtte honderd jaar geleden ABUS op, een bedrijf dat we vandaag kennen van ondermeer fietshelmen en -sloten. Die verjaardag gingen we vieren vanuit het kantoor in Aalst, met een ritje van honderd kilometer, kleurrijke helmen, slagroomtaart en pasta. In ons midden: het Kleine Fenomeen en anekdotes over De Gendt en van der Poel.

100 x 100

Bij mijn aankomst aan de gebouwen van Abus haal ik plichtsbewust mijn startpakketje af. Nummer honderd, lees ik op mijn stuurbordje. “Dat moet ook lukken, dat ik net honderd krijg.”, is mijn eerste idee. Gelukkig zeg ik niet alles wat ik denk luidop. Op de tafel liggen nog enkele tientallen nummer honderd stuurbordjes. Terwijl ik nummer honderd (rechtsboven nummer 25) aan mijn stuur monteer, vang ik in m’n ooghoek een glimp op van een doos vol koffiekoeken. Het moment waarop ik steevast vergeet dat ik ook een behoorlijke fietser wil zijn. Even verderop staat ook verse koffie van Coureur Espresso. Dit moet tegengewicht bieden voor de boterkoek. Prima start voor dit verjaardagsfeestje van een eeuweling.

1924 – 2024

ABUS is een Duits bedrijf dat het levenslicht zag in 1924. De founder, en dat is niet Herr Abus, kon er op dit ritje jammer genoeg niet meer bijzijn. Herr August Bremicker (AB) en zijn zonen (und Söhne = US) begonnen in 1924 met de productie van sloten. Terwijl wij fietsers het bedrijf kennen van de fietshelmen (en -sloten), is het in essentie een bedrijf dat voorziet in het beveiligen van vaste en mobiele eigendom, met het label “Made in Germany”. Het eerste fietsslot “Nr 1000” werd reeds in 1931 geproduceerd. De helmen kwamen er pas in 1994 bij. Met mijn boterkoek en koffie in de hand bekijk ik rustig de verschillende modellen die uitgestald staan. Tijdens deze rit kan je naar believen testen. Ze zijn er in alle kleuren, dus streven naar een match met de kledij is een optie (maar duidelijk niet voor iedereen belangrijk). Van de briefing onthoud ik -naast ‘taart’- dat wildplassen onderweg niet wordt toegestaan, dus doe ik snel nog even een pitstop voor vertrek. Je wil toch niet die ene zijn die onderweg in de berm te vinden is.

Diversiteit

De weersvoorspelling voor vandaag is geweldig: vijfentwintig graden. De start is nog iets frisser waardoor je toch een allegaartje van kledingkeuze ziet passeren. Kort-kort tot armstukken, beenstukken. Ook bij de fietsen trouwens variatie te bespeuren. Racefietsen en gravelfietsen. Ga je voor een gravelfiets in combinatie met arm- en beenstukken kan dat slechts twee dingen betekenen. Optie één. “Ik wil wel met jullie meefietsen maar dan heb ik het zo koud dat ik me daarop voorzie.” Of optie twee. “Mijn huid verdraagt geen zonlicht.”. In ons voor de gelegenheid internationaal peloton ook een Belgische kampioene. Gravel, aan de fiets te zien.

Oeps, foutje

De helm die het meeste opvalt is de spierwitte, zowel aan de buitenkant als aan de binnenkant. Het gerucht wil dat hier in eerste instantie een productiefout aan voorafging, dat uiteindelijk zo in de smaak viel dat het ook een eindproduct werd. Zowel bij dit verhaal als bij andere valt geregeld de naam van der Poel. Als helmsponsor van Alpecin – Deceuninck is Mathieu goed geplaatst om te oordelen. Een ander gerucht luidt dat de Stormchaser zijn favoriet model is. Echter, aangezien dat niet het topmodel is, was er een periode dat hij deze niet mocht dragen. Zelf fiets ik vandaag met een Airbreaker. Wit, vanbinnen zwart.

Het kleine fenomeen

Het begin van de rit is gezapig. Gelukkig. Ik besloot de avond ervoor nog impulsief een avondritje te doen waar m’n benen daags nadien herinneringen aan uitsturen. Dat begin is vrij rustig omdat in ons midden het Kleine Fenomeen meefietst. Gioia is 8 jaar en fiets op weekbasis meer kilometers bij elkaar dan ondergetekende dezer dagen.

Kopvrouw Gioia met haar waterdragers

Ergens na twintig kilometer gaat het tempo wat de hoogte in. Terwijl we steeds meer hoogtemeters verzamelen – we zijn op weg naar Brakel – gaat ook het gemiddelde omhoog. Dat is een combi die zich vaak laat voelen. We passeren onderweg het supporterscafé van Mathieu, de Vliegende Hollander. De man met het truitje van Brussels Airlines, een Belg vermoed ik, vliegt al lang niet meer. Hij krijgt een duwtje in de rug van Mijnheer Bobosse, maar de vlieger gaat niet op. We hebben te snel te veel hoogte gepakt. De negenhonderd hoogtemeters zijn netjes verdeeld voor en na de pauze, en eisen al slachtoffers. Bergop zakken sommigen door het peloton als een baksteen in een container dons. Godzijdank is er taart in Après Velo.

Vijf kilo

“Ik heb eens een weddenschap met Thomas De Gendt verloren.”, vertrouwt een andere Thomas me toe. Ik had op Twitter (tegenwoordig “X”) gezegd tegen Thomas dat ik hem vijf kg M&M’s ging brengen als hij top vijf reed in de tijdrit van de Giro. “Doet hij dat toch wel zeker?” Een tijdje na de Giro kreeg ik een bericht van Thomas: “Wanneer worden die M&M’s geleverd?” Waarop Thomas naar huize De Gendt trok met vijf kg zoetigheid onder de arm. De Gendt is gestopt ondertussen, het is onduidelijk of er een link is. Ondertussen is ons peloton ook weer vertrokken. Ik zit in het wiel van Gioia en probeer me in haar zog zo goed mogelijk uit de wind te zetten van het Kleine Fenomeen. Ik ben echter geen aerokogel, ik kan hier de benen niet sparen richting Muur. En ik heb misschien ook een stukje te veel taart binnen met de Muur zo kort na de pauze.

De Muur

Het is een prachtige dag, de kasseitjes van Vesten zijn nog steeds voor echte flandriens, de Kapelmuur ligt er -huh?- vochtig bij. De afdaling naar de Bosberg gaat nog steeds snel, en de Bosberg is zo breed dat je er altijd naar believen de gaskraan kan opendraaien. Auwch. Heerlijk. Het moeilijkste hebben we gehad. Kort nadien fietst Mijnheer Bobosse naast me, of Monsieur Inspecteur, de man die zoekt naar de ware identiteit van de man en daar een podcast over gemaakt heeft. Nog niet gehoord? Ga dat maar even opzoeken, dan ben je opgeslorpt in de zoektocht wanneer straks de achtste aflevering verschijnt. Als grapje zeg ik nog dat die achtste aflevering er komt om te zeggen dat Bobosse voor altijd zijn naam zal blijven. Ik zeg nog iets te vaak wat ik als eerste denk… Komen we alsnog de ware identiteit te weten, of blijft het voor eeuwig een geheim met de aangename podcast als voornaamste resultaat?

Postkaarten met warme groeten

Van Parijs, de habitat van Bobosse, kom ik op een paar bochten tijd op de Canarische eilanden terecht. Niet bij de man van Brussels Airlines, maar opnieuw bij Thomas. Hij deed de allereerste GranGuanche en eindigde daarin als eerste Belg. Bij de passage over de Teide kwam hij plots in vrieskou terecht, waardoor hij als noodoplossing naar een hotelletje dicht bij de top reed. Het was de Parador. Bij Van Vleuten en Gaudu ging hij om armstukken schooien om in dit ijzig weer de berg af te dalen. Dat werd echter een kale tocht, waardoor hij daags nadien alle postkaarten verzamelde die hij kon vinden. Hij verdeelde ze onder zijn trui in de hoop de koude buiten te houden. Het is vandaag gelukkig niet aan de orde. De Belgische nazomer laat zich van zijn warmste kant zien en het is al snel warm.

Altijd prijs

Meer nog, terwijl ik in de blakende zon op een portie pasta wacht lijkt de kooktijd van eigen lijf sneller bereikt dan die van de pasta. De Orangina erbij doet meer dan deugd en voorkomt uitdroging. Terwijl we stilaan afronden worden er nog prijzen uitgedeeld. Nummer honderd valt niet in de prijzen. Vijfentwintig ook niet, maar een pak anderen gaan een stuk veiliger naar huis.  En als het straks toch kouder wordt, komt de Abus-buff uit de goodie bag vast van pas.


Heb jij de buff aan op de X-Mass Ride op 26 december?
Dan fietsen we dé klassieker vanuit Oudenaarde: honderd kilometer daags na het verorberen van kalkoen onder de kerstboom. Inschrijven doe je via deze link. Tot dan!