Je moet het maar durven: als online aanbieder van voornamelijk fietskledij, -helmen en -brillen een compleet nieuw segment aanboren. En dat in een specifiek gebied als racefietspedalen, waar merken als Shimano en Look met de scepter zwaaien. Ik kan mij alleen maar inbeelden dat Jean Christophe Rattel, de CEO van Ekoï, er toch een paar nachtjes over heeft moeten slapen, nadat hij Pascal Nobile over de vloer kreeg. Die had al een succesje geboekt in het toerskiën, maar kwam bij Rattel langs om te praten over een nieuw soort pedaal. Dat gesprek vond al in 2020 plaats, dus gingen de landgenoten niet over één nacht ijs. Ekoï werkte samen met 20 testers, onder wie bekende namen als Philippe Gilbert, Julien Absalon, Claudio Chiappucci en Michele Bartoli. Vorig jaar kwam dat lange, smalle pedaal al in het nieuws toen het door de UCI werd afgekeurd om te gebruiken tijdens de Ster van Bessèges. Intussen zit het op dat vlak wel snor en ook de patenten zijn helemaal in orde.
Radicaal vernieuwend

Als je met zoiets radicaal nieuws komt, moet je wel stevige voordelen ten opzichte van de gevestigde waarden kunnen voorleggen, dus som ik ze even voor je op: de pedalen en plaatjes zijn enorm licht, je zit dankzij de stack van amper 8 mm een stuk dichter bij de as, je hebt een veel groter contactoppervlak, je bespaart watts dankzij het lage profiel van het systeem, en je kan veel gemakkelijker wandelen, aangezien er geen enorme schoenplaatjes onder je zool zitten. Bovendien zou je er een efficiëntere en meer vloeiende trapbeweging door moeten krijgen. Oké, nu begon ik wel heel benieuwd te worden naar die eerste testrit.
Blijvend ambitieus

Het eerste ontwerp was nog met een pedaal en plaatjes uit aluminium, wat wel stevig maar onvoldoende licht was. Daarna werd overgeschakeld naar een composiet body die 10 gram lichter was en met plaatjes uit een composietmateriaal dat zelfsmerend was. Een pedaalset weegt nu 210 gram en de plaatjes (inclusief schroeven) 15 gram. Als je weet dat je bij andere toppedalen aan 260 tot 300 gram voor het hele systeem zit, dan kan je die 225 wel inschatten als een interessant voordeel. Daar houdt het trouwens niet op, want intussen is Ekoï al volop bezig aan een nog lichtere versie met titanium as en later zelfs nog een full carbon pedaal. Het doel is om uit te komen op 55 gram per pedaal tegen eind 2026. CEO Rattel verklapte even later dat Ekoï ook nog met iets heel interessants zal komen bij een van de andere contactpunten. Ik kan alleen maar gokken dat het dan over zadels gaat. Maar kom, we houden het voorlopig even bij deze pedalen en schoenen.
Aparte schoen


De voornaamste hindernis om potentiële kopers te overtuigen – al lijken onder meer tijdrijders en triatleten daar vanwege het aerodynamische voordeel minder last van te hebben – is de noodzaak om naast de pedalen meteen ook de bijpassende schoenen aan te schaffen. Ekoï stapt hier namelijk af van de standaard met de drie schroeven. Deze PW8-schoenplaatjes bestaan namelijk uit twee afzonderlijke delen. Het voorste plaatje schuift als eerste in het pedaal, met het achterste plaatje klik je vast. Dat laatste biedt jou de mogelijkheid om te kiezen uit vier graden van speling: 0, 1,5, 3 of 6 graden. Die speling kies je door de twee verschillende, meegeleverde types van achterste plaatjes op de correcte manier te monteren. De hoeveelheid speling kan je trouwens duidelijk zien aan de breedte van de inkeping. Ook handig: als je nieuwe plaatjes moet monteren, dan los je eerst het achterste plaatje, zodat het voorste plaatje (dat alles op zijn plaats houdt) ervoor zorgt dat je het nieuwe op exact dezelfde plaats monteert.



Voorlopig heb je nog niet veel keuze qua schoenen. Meer nog, er is maar één model. Daar zal echter verandering in komen, want Ekoï komt binnenkort met meer betaalbare modellen en ook met lichtere en luchtigere uitvoeringen. Daarnaast zijn al minstens drie andere schoenenfabrikanten geïnteresseerd om zelf met compatibele schoenen op de markt te komen. Ik kan me inbeelden dat die eerst nog wat afwachten om te zien of de PW8 zal aanslaan.

Momenteel zit je dus (ook letterlijk) vast aan de PW8 C12 Pro Full Carbon-schoen. Daarover mag ik wel zeggen dat hij er fantastisch uitziet. De schoen is gemaakt in Italië en de styling is navenant. Die bovenkant uit leer met stijlvolle perforaties om wat verkoeling te voorzien kan ik smaken. De carbon zool is zo stijf als je mag verwachten van een profwaardige schoen en de metalen Boa Li2-draaisluitingen laten een fijne afstelling toe. Doordat er geen plaatjes uitsteken, moest er wel een goed contactmateriaal aan de voor- en achterkant zitten. Daarvoor maakt Ekoï gebruik van Michelin-rubber. Ik moet toegeven dat ik minder moest schaatsen en tapdansen tijdens de wandelpassages met deze schoenen.
Eerste indruk
Zo kom ik naadloos bij mijn eerste indrukken na het vijftal ritjes die ik al met het systeem reed. Bij het pasmoment op de Zwift-fiets in het hoofdkantoor van Ekoï merkte ik al meteen dat het in- en uitklikken telkens duidelijke acties zijn. Je hoort en voelt meteen wat er gebeurt. Met andere woorden, je moet niet twijfelen of je vast of los zit. Ik vond het pedaal meteen, dus van lang zoeken naar de juiste manier om in te klikken was geen sprake. De schoen gleed als het ware automatisch naar de juiste plek in het pedaal. Bij de mensen van Ekoï kreeg ik te horen dat je het vlotst uitklikt wanneer je hiel lichtjes naar beneden wijst en je dan pas met je hiel de beweging naar buiten maakt. Dan gaat het inderdaad het snelst, maar ik vond dat ik ook nog gemakkelijk kon uitklikken met mijn hiel naar boven, dus het is geen absolute vereiste. Bij sommige pedaalsystemen moet je eerst een leermoment door om de ideale in- en uitklikbeweging in te oefenen, maar bij de PW8 was dat niet het geval. Qua benodigde kracht om in en uit te klikken is er momenteel nog niets instelbaar, maar gezien de vlotte werking lijkt me dat ook niet essentieel.

Terwijl die indrukken ook bij de buitenritten bleven gelden, merkte ik daar vooral op hoe voelbaar het grote contactoppervlak is. Volgens de gegevens van Ekoï is dat 1500 mm², wat meer dan het dubbele is dan bij de meest courante concurrenten. Daardoor lijkt het voor mij alsof je een duidelijkere en betere connectie tussen schoen en pedaal hebt. Bij Ekoï waren ze vooral benieuwd of ik daardoor een merkbaar soepelere pedaalbeweging kon aanhouden, maar ik moet toegeven dat ik dat niet meteen kon waarnemen. De komende weken zal ik dan ook rechtstreeks vergelijkingen maken met de pedaalsystemen van Shimano, Look en Speedplay om daar een beter beeld van te krijgen.
Wat wel meteen veel duidelijker werd, was de noodzaak om het zadel lager te zetten. Doordat de PW8 je voet maar 8 mm boven de pedaalas zet, wat zo’n 6 à 7 mm lager is dan de rechtstreekse concurrentie, moet je dat compenseren aan de hand van je zadelhoogte. Doordat ik normaal met Speedplay rij en dus een stackhoogte van 11,5 mm gewoon ben, zette ik mijn zadel 3,5 mm lager. Dat lijkt allemaal niet veel, maar ik voelde het niet aangepaste hoogteverschil wel meteen aan mijn knieën. Na de aanpassing ondervond ik helemaal geen problemen meer. Die lagere zadelhoogte zal trouwens als muziek in de oren klinken van ambitieuze renners die het maximum uit hun positie willen halen, want ze kunnen dan ook de stuurpen iets lager zetten, waardoor ze ook daar iets lager zitten en dus een tikkeltje minder frontaal oppervlak hebben. Dat aerodynamische voordeel heb ik uiteraard niet gemerkt, maar in de wereld van het profwielrennen of de triatlon zal dit wel beschouwd worden als een prestatievoordeel.

In Fréjus praatte ik met de Finse wegkampioen Jaakko Hänninen van Nice Métropole Côte d’Azur (voordien bij Decathlon-AG2R). Die wist te vertellen dat hij betere powerwaarden kon trappen dankzij deze pedalen. Ook op mijn (veel lagere) niveau ben ik blij met elk beetje voordeel dat ik kan oprapen en ik ben dan ook benieuwd of ik het de komende maanden zal merken aan mijn prestaties. Uiteraard spreken we hier niet van gigantische winsten, dus ik maak me geen illusies.
De schoenen zelf zijn niet alleen gemakkelijk om mee te wandelen – doe dat trouwens het liefst op een effen ondergrond, anders krijg je krassen in die mooie carbon zool – maar voelen ook comfortabel aan dankzij de leren bovenkant. Ik heb maat 46 gekozen, omdat 45 net te klein zou zijn, maar een 45,5 zou ideaal zijn. De verantwoordelijken bij Ekoï konden me verklappen dat die halve maten er zeker zullen aankomen. Qua stijfheid krijg je alles wat je wil, maar de inlegzool is redelijk minimalistisch. Ik kon wat extra ondersteuning gebruiken, dus legde ik er mijn custom zooltjes in, maar Ekoï zal binnenkort zooltjes aanbieden die je kan laten aanpassen aan jouw voetvorm door middel van warmte – en dat aan een schappelijke prijs, zeggen ze zelf.
Conclusie

Niet elke zogenaamde innovatie vind ik de moeite waard, maar van deze Ekoï PW8-pedalen en -schoenen ben ik toch danig onder de indruk. De markt van de fietspedalen wordt gedomineerd door enkele spelers en daar wil dit Franse merk zich tussen wringen met een product dat duidelijk anders is. Dat vergt moed en vertrouwen in het product, en dat vertrouwen lijkt me hier gerechtvaardigd. De objectieve voordelen zijn duidelijk aanwezig en ook mijn eerste indrukken zijn zeer positief. Nu is het enkel wachten op nieuwe schoenmodellen, andere schoenenmerken die deze nieuwe standaard oppikken en kijken hoe de markt op deze PW8 reageert.