Wielermusea slaan handen in mekaar

Roeselare profileert zich als ‘Hoofdstad der Wereldkampioenen’ en mag met Patrick Sercu, Jean-Pierre Monseré, Freddy Maertens en Benoni Beheyt al fier zijn op vier wereldkampioenen uit eigen stad. “Als Wielermuseum is het onze betrachting om jaarlijks zeker één wereldkampioen naar Roeselare te halen en Hennie Kuiper bijt de spits af”, verduidelijkte Dries De Zaeytijd, wetenschappelijk medewerker van het Wielermuseum.

Gisteren nam Kuiper samen met zijn voormalige Belgische meesterknecht en zijn latere ploegleider José De Cauwer plaats in de praatstoel van het Wielermuseum. Het Wielermuseum maakte van de gelegenheid gebruik om de samenwerking tussen het Wielermuseum van Roeselare en het Hennie Kuiper Native belevingscentrum in het Nederlandse Denekamp te officialiseren. Waarop de Nederlanders met ‘Krentenwegge’ trakteerden, een gebak dat aangeboden wordt als je op kraamvisite gaat. “Maar een gebak dat je bij uitbreiding ook kunt eten als je de geboorte van een samenwerking viert”, aldus Jan Goossink van het Hennie Kuiper Native.

Vandaag (zaterdag 10 februari) is Hennie Kuiper van 10 tot 12 uur in het Wielermuseum in de Paterskerk aan de Delaerestraat 33 beschikbaar voor een praatje met wielerfans jong en oud. Kuiper signeert er ook het boek ‘Hennie Kuiper, kampioen wilskracht’.

Het Wielermuseum van Roeselare verhuist deze zomer terug naar het eerste en inmiddels gerenoveerde en uitgebreide onderkomen aan het Polenplein. “De plechtige heropening is gepland voor 8 september, de dag waarop Jempi Monseré zeventig jaar zou zijn geworden. Een dag later -niet toevallig op open monumentendag- volgt de heropening voor het grote publiek”, aldus Thomas Ameye, conservator van het Wielermuseum dat vanaf de heropening ook onder een nieuwe naam zal opereren.