Deel dit artikel:

Hoe bereid ik me voor op een beklimming?

De Mont Ventoux in Frankrijk, de Stelvio in Italië of de Angliru in Spanje. Welke fietser droomt er niet van om ooit op de top van een échte beklimming te staan? Je hoeft het trouwens zo ver niet te zoeken, want ook in hoog België kan je terecht voor klimmetjes van een paar kilometer. Maar klimmen, hoe doe ik dat nu precies? Hoe bereid ik me erop voor?

Hoogteverschil = temperatuurverschil

Allereerst moet je rekening houden met een groot hoogte- en dus temperatuurverschil tussen de voet en de top van de beklimming. Je overwint al gauw 500 tot 1000 hoogtemeters op een echte col, wat vaak een zeer fris tot koud gevoel geeft als je de top bereikt. En na een klim volgt natuurlijk ook weer een – vaak zeer koude – afdaling. Bovendien kan het weer in de bergen van de ene moment op de andere omslaan! Daarom is het aan te raden, ondanks het extra gewicht, om altijd een windstopper of regenjasje mee te nemen in je achterzak. Een tweede optie is om te starten met arm- en/of beenstukken, en deze pas op te trekken wanneer je het koud krijgt.

Is je fiets in orde?

De kracht moet uiteraard uit je benen komen, maar ook je fiets moet goed in orde zijn om de hoogtemeters te overwinnen. Denk er bijvoorbeeld aan om je cassette en kettingbladen aan te passen zodat je voldoende licht kan trappen. Een 50/34 vooraan en 11/32 achteraan zijn vaak toch noodzakelijk om op een comfortabel aantal omwentelingen naar boven te rijden. Daarnaast zorg je er ook best voor dat je remmen in orde zijn. Bergop zal je ze niet te vaak nodig hebben, maar in de afdaling van een col verslijten je remblokjes natuurlijk veel sneller. Check dus altijd even of ze nog in orde zijn vooraleer je je aan een lange afdaling waagt.

Schijnt de zon?

Voor felle zonnestralen moet je jezelf – ook bergop – beschermen. In eerste instantie zet je best een fietsbril op, ook al zal je bij momenten vaker naar de grond dan naar boven kijken. In de tweede plaats is zonnecrème zeker geen overbodige luxe. Smeer jezelf dus best in aan de voet van een klim, en nog eens op de top, zodat je goed beschermd van het zonnetje kan genieten.

Eten en drinken

We kunnen het niet vaak genoeg benadrukken, maar eten en drinken is van primordiaal belang, zeker bij het klimmen! Je levert namelijk een (zeer) zware inspanning, en verbrandt bijgevolg zeer veel calorieën op korte tijd. Die moeten op z’n minst weer aangevuld worden. Ook al zal je tijdens het afzien er niet veel zin in hebben, eet tussendoor een energiereep, een gelletje of iets anders met snelle suikers. Wanneer je honger krijgt, is het al te laat! En geloof ons, van een hongerklop herstel je bergop écht niet meer … Ook drinken is zeer belangrijk om niet met dehydratatie te maken te krijgen. Neem dus voldoende drank mee, en last een vast stramien van drinkmomenten in (bijvoorbeeld elke kilometer 1 à 2 slokken). Drinkbussen bestaan tegenwoordig in formaten van 500 ml tot en met 950 ml, dus met 2 stuks kom je al een heel eind ver! Op sommige klimmen heb je bovendien onderweg de mogelijkheid om bij te tanken aan drinkfonteintjes.

Ziezo, je hebt nu alles om goed voorbereid aan je uitdaging te beginnen. Maar vergeet niet, het allerbelangrijkste is nog altijd je fysieke conditie. Als die niet in orde is, begin er dan best niet aan. Een fietstocht in de bergen bereid je meestal maandenlang voor. Want afzien, dat ga je sowieso! Doe je dit soort inspanning voor de eerste keer? Dan kan een kleine check up van je hart ook zeker geen kwaad.

Maar als het dan uiteindelijk zo ver is, vergeet dan – naast het afzien – zeker niet te genieten. Eens je de top bereikt, is het uitzicht vaak fenomenaal, wat de pijn in de benen toch min of meer verzacht. Veel fietsplezier!

NEW IN!

T-SHIRT

FIRE 4 YR RIDE